door
A.H. de Witt.
(het is geen volledige
uitwerking, meer een snelle vastlegging van gedachten)
1. In eerste
instantie gaan we er vanuit dat de beide eigenschappen elk op een ander
chromosoom liggen.
Taber stelt: van
die 150 moeren waren er 8 "ziekteresistent".
Dat kan dan als
volgt:
1. alleen
ontzegelaars
2. alleen
verwijderaars
3. zowel
ontzegelaars als verwijderaars.
Hij neemt aan dat de 8 moeren hetero
waren (enkel of dubbel laat hij in het midden). Wel meent hij zeker te weten
dat de darren waarmee zij waren geïnsemineerd "ziekteresistent"
waren (hoe laat hij weer in het midden – “enkel of dubbel” N.B. darren zijn
haploid en dus Ru, rU, of ru)
a. RrUu dubbel
hetero RrUu
b. RrUU enkel
hetero Rr
c. Rruu enkel
hetero Rr
d. RrUu dubbel
hetero RrUu
e. RRUu enkel hetero Uu
f. rrUu enkel hetero Uu
g. RrUu dubble
hetero RrUu
In feite zijn er 5
mogelijkheden, waarvan er één 3x voorkomt:
Koningin RrUu
(mogelijkheid a, d en g)
gameten koningin
dar
│ │ │ │ │
│ RU
│ Ru
│ rU
│ ru
│ N = doet niets
───────┼───────┼───────┼───────┼───────┤ O = ontzegelaar
Ru │ RRUu N│ RRuu O│ RrUu N│ Rruu O│ V = verwijderaar
───────┼───────┼───────┼───────┼───────┤ VO = doet beide
rU │ RrUU N│ RrUu N│ rrUU V│ rrUu V│
───────┼───────┼───────┼───────┼