Het invoeren en verwisselen van koninginnen


 door Ulf Gröhn en vertaald door G. van der Sluis

            Het invoeren en verwisselen van koninginnen is iets wat ik nog niet volledig beheers. Natuurlijk heb ik alle meer of min­der hoog ontwikkelde methoden beproefd waarbij soms grote se­ries lukten. Maar plotse­ling zit men daar met het feit dat vele waardevolle koninginnen verloren raken en dan voelt men zich bevreemd als collega's hun 100% betrouwbare methoden be­schrijven.

            Mijn eerste koningin voerde ik in 1954 in, zodat ik al bijna 40 jaar ervaring heb. Ik gebruikte het Smith-Miller kooitje en alles verliep uitstekend, duidelijk dat ik dacht dat het totaal geen kunst was om een koningin in te voeren. Maar langzamer­hand deden zich allerlei vreemde problemen voor. Het ergst waren de gevallen waarbij het invoeren "slaagde" maar waarbij naderhand meer of mindere schade aan de koningin opviel. Als dit niet werd ontdekt dan bleek dit misschien in het jaar er op door een lagere productie of een voortijdige moerwisseling.

            Zij, die zeker weten dat er een absoluut betrouwbare methode bestaat, vergeten dat een goede dracht het invoeren van konin­ginnen veel makkelijker maakt en dat en goede dracht ongetwij­feld op vele plaatsen ‘s zomers voorkomt maar niet overal. Vergeet niet dat overal in de wereld geldt: verzorging geldt voor een bepaald gebied en voor bepaalde dracht omstan­digheden.

            De bijen kunnen een nieuwe koningin op verschillende manieren ontvangen:

 1. Ze steken haar onmiddellijk dood.

 2. Ze kunnen haar opjagen en dag na dag plagen.

 3. Ze ballen haar in, maar men vindt haar binnenin, meer of minder mishandelt maar ondanks alles in le­ven.

 4. Ze laten haar totaal links liggen zodat zij dun en mager, volledig aan zichzelf overgelaten over de ramen loopt.

 5. Het lijkt of ze haar hebben aangenomen, geven haar zoveel voedsel dat ze aan de leg raakt, maar gaan nadat de eer­ste eitjes uitlopen hierop moerdoppen bouwen.

            Voor mij in deze omgeving slagen het invoeren en verwis­selen van koninginnen bijna altijd onder de volgende omstan­digheden:

 1. Als dit gebeurt in de periode tussen het begin van de bloei van de paardebloem en midzomer.

 2. Als de in te voeren koninginnen goed gevoerd worden en aan de leg zijn.

 3. Als er dracht is.

            Als de bovenstaande voorwaarden worden vervuld spelen de zuiver technische geen grote rol. Men kan vaak een koningin verwijde­ren en tegelijkertijd een andere vrij laten op nage­noeg dezelf­de plaats. Maar dan moet men wel de stemming van het volk kun­nen beoordelen. Alle kooitjes deugen. De koningin moet ech­ter vlot vrij kunnen komen.

            Het verwisselen of invoeren van koninginnen mislukt mij vaak in deze omgeving onder de volgende omstan­digheden:

 1. Midden in de zomer als de volken sterk zijn en er geen dracht is.

 2. In augustus voor dat ik de bijen invoer. Nadat de bijen minstens de helft van het wintervoer hebben opgenomen gaat het weer een beetje gemakkelijker. Dit is de reden dat de mensen beweren dat invoeren van koninginnen altijd goed gaat bij het geven van het winter­voer.

 3. Als ik een pas bevruchte koningin invoer of een die meer dan een halve dag in een kooitje was opgesloten.

 4. Als ik probeer een volk een oude koningin te laten aan­ne­men.

 5. Als een volk reeds een andere koningin heeft. Dat komt na­tuurlijk voor, maar vergeet nooit dat een net begon­nen moerdop in dit geval ook als koningin geldt. Een volk dat moerloos wordt gemaakt kan zich reeds binnen drie uur bestemmen welke larven tot nieuwe koningin­nen zullen worden opgekweekt.

 6. Als er reeds eitjes leggende werksters in het volk aanwe­zig zijn.

 7. Als er geroofd wordt op de stand.

            Ik wil niet graag raad geven hoe koninginnen in te voe­ren, maar als ik probeer een lijst te maken van de methoden waar ik de beste resultaten mee boek dan ziet die er als volgt uit:

 1. Invoeren in een afgeslagen zwerm, klassiek model. Sla bijen van een honingkamer (zonder eigen aangenomen konin­gin *) in een zwermkast (lege bak). De bijen wor­den ge­voerd, na drie uren wordt de koningin er bij ge­daan. De zwerm als tros op een koele donkere plaats plaatsen en worden ‘s avonds op een bak met nieuwe raten afgeslagen en op een andere stand opgesteld.

 2. (Variant op bovengenoemde) Ik neem een bak vol ramen van een of meerdere honingkamers. De ramen moeten tjokvol met bijen zijn en voer bevatten. De gesloten bak wordt naar een plaats gebracht die meer dan twee kilome­ter ver is en in een lege kast overgehangen waarbij een koningin in een uitloopkooitje komt. NB! Slechts weinig voederdeeg in het kooitje.

 3. In het voorjaar invoeren vanaf het ogenblik dat de bijen regelmatig stuifmeel gaan halen. Ik probeer mijn imke­rij zo te organiseren dat het normale verwisselen van konin­ginnen dan gebeurd. Dan is er alleen maar sprake van verwisselen, dwz. één of een paar ramen met de koningin van het volk wordt gewis­seld met één of een paar ramen met de nieuwe koningin uit de af­leg­ger waarin ze sinds de vorige zomer verbleef.

            Een kleine waarschuwing: als je dure koninginnen koopt of ko­ninginnen naar een bevruchtingssta­tion stuurt, probeert ze dan bijen volgens methode twee te geven. Het risico voor de konin­ginnen is dan minimaal, je kunt ook direct zien hoe de konin­ginnen leggen en of er broeduitval optreedt. Kun je dan daarna wachten met het uiteindelijke invoeren in het produc­tie­volk dan is dat het beste in het voorjaar.

*) Er kunnen koninginnen (soms zelfs bevruchte) in sommige honingkamers aanwezig zijn als je broed naar boven brengt.

Bitidningen, 7/8 1995